De 5 stappen van de meldcode
In de meldcode staan de volgende 5 stappen:
Stap 1: In kaart brengen van signalen.
Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van Veilig Thuis: het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Of een deskundige op het gebied van letselduiding.
Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).
Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling. En bij twijfel altijd Veilig Thuis raadplegen.
Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.
De overheid heeft een basismodel huiselijk geweld en kindermishandeling opgesteld, die we hebben gebruikt bij het ontwikkelen van onze meldcodeprotocol.
Meldcode is geen meldplicht
Een verplichte meldcode is iets anders dan een meldplicht. Bij een meldplicht moet de professional een vermoeden van geweld melden bij andere instanties. Die verplichting bestaat niet bij een meldcode. De beslissing om vermoedens van huiselijk geweld te melden, neemt de professional zelf. Het stappenplan van de meldcode biedt hierbij houvast.
Beroepsgeheim versus meldcode
Hulpverleners die hulp, zorg, ondersteuning of een andere vorm van begeleiding bieden, hebben vaak een beroepsgeheim. De cliënt kan zich hierdoor vrij voelen om alles te vertellen. Maar het kan in het belang zijn van de cliënt als een hulpverlener vertrouwelijke gegevens uitwisselt met anderen.
Daarom is er een meldrecht voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Professionals met een beroepsgeheim mogen (vermoedens van) huiselijk geweld onder bepaalde voorwaarden melden bij Veilig Thuis. Zo moet er sprake zijn van ernstig gevaar of ernstige dreiging voor de cliënt of zijn omgeving.
Toezicht op meldcodes
Inspecties controleren of organisaties en zelfstandigen een meldcode hebben. Dit gebeurt in onze sector door de Inspectie voor de Gezondheidszorg.